Place de Maubeuge, est-nord-est de la ville, 1881-1883. 160 m alt. Dénommé fort Kilmaine. Pentagone irrégulier, sa gorge était légèrement brisée en un angle rentrant non loin du saillant I. Cet angle rentrant était occupé par une caponnière double à la droite de laquelle s'alignaient les douze travées du casernement de gorge. L'entrée du fort séparait les travées n° 3 et 4. La contrescarpe était en arceaux en décharge et l'escarpe était attachée. Deux ailerons (saillants II et IV) et une caponnière double (saillant III) avaient en charge la protection du reste des fossés. Le tunnel de l'entrée franchi, on débouchait dans une vaste cour face aux neuf travées du casernement de la troupe. Les travées n° 4 et 5 étaient séparées par la galerie en capitale qui allait desservir une tourelle Mougin Mle 1876 et la caponnière double. De part et d'autre du casernement de la troupe, une galerie parallèle à la capitale donnait accès à une bonnette d'infanterie. Ces deux bonnettes se partageaient l'espace entre la capitale et les saillants pairs. Le casernement de la troupe était coiffé d'un cavalier d'artillerie comprenant cinq plates-formes de tir et trois traverses creuses. Le magasin à poudre était situé à gauche de la grande cour et divers magasins occupaient la droite de cette même cour. Par des passages en tunnel, on accédait en arrière des saillants pairs à deux autres cours où se trouvaient deux traverses-abris séparées par les gaines de descente aux ailerons. Un observatoire cuirassé sera assez tardivement (marché du 27 juillet 1912) installé en arrière de la tourelle. Le fort battait l'aval de la vallée de la Sambre. Le 31 août 1914, un obus ensevelit 60 hommes dans le magasin à poudre. Le même jour, sa tourelle fut calée. Le fort ne se rendra que le 6 septembre suivant. Fin septembre 1914, les Allemands firent sauter les caponnières et ce qui restait de la tourelle. Notons qu'une photo des plus répandues montre cette tourelle décalottée avec l'un de ses joints en mélange plomb/zinc repoussé vers l'extérieur. Le fort sera bouleversé ultérieurement par l'implantation d'un ouvrage de la ligne Maginot. Comme au fort des Sarts, les fossés sont visibles, mais l'ouvrage CORF est fermé. L'observatoire cuirassé sera récupéré dans l'Entre-deux-guerres et replacé dans le bloc 3 de l'ouvrage Maginot du Gondran Est à Briançon où il peut toujours être vu. Notre programme de visites ne nous a pas permis de nous y rendre avant août 2008 et force fut de constater que s'y rendre en été n'est pas la meilleure idée que nous ayons eue. Le fort est littéralement noyé sous une mer d'orties, de ronces, de chardons,… C'est tout juste si nous avons pu y apercevoir un pan de l'escarpe de gorge laquelle nous a paru étonnamment haute (de l'ordre de dix mètres). En sus, des panneaux d'interdiction "Terrain militaire" ont été disposés tous les dix mètres. Prétendre les ignorer relèverait de la plus mauvaise foi. En revanche, s'il existe un monument à la mémoire des soldats ensevelis dans le magasin à poudre, nous ne l'avons pas vu.

Festung von Maubeuge, Ost-Nordost der Stadt, 1881-1883. 160 M ü M. Genannt Fort Kilmaine. Unregelmäßiges Fünfeck, seine Kehle war leicht in einen einspringenden Winkel in der Nähe des Ausspringenden I gebrochen. Dieser einspringende Winkel war von einer Doppelkaponniere besetzt, zu deren rechter Seite sich die zwölf Joche der Kehlkaserne aneinanderreihten. Der Eingang des Forts trennte die Joche Nr. 3 und 4. Die Konterescarpe war in Entlastungsbögen und die Escarpe war angebunden. Zwei Flanken (Ausspringende II und IV) und eine Doppelkaponniere (Ausspringender III) waren für den Schutz des Restes der Gräben verantwortlich. Nach dem Durchqueren des Eingangstunnels gelangte man in einen weiten Hof gegenüber den neun Jochen der Mannschaftskaserne. Die Joche Nr. 4 und 5 waren durch die Hauptachse getrennt, die einen Mougin-Turm Mle 1876 und die Doppelkaponniere versorgen sollte. Zu beiden Seiten der Mannschaftskaserne gab eine parallel zur Hauptachse verlaufende Galerie Zugang zu einer Infanterie-Bonnette. Diese beiden Bonnetten teilten sich den Raum zwischen der Hauptachse und den geraden Ausspringenden. Die Mannschaftskaserne war von einer Artillerie-Cavalier mit fünf Geschützplattformen und drei Hohltraversen überragt. Das Pulvermagazin befand sich links des großen Hofes und verschiedene Magazine nahmen die rechte Seite desselben Hofes ein. Durch Tunnelpassagen gelangte man hinter die geraden Ausspringenden zu zwei weiteren Höfen, wo sich zwei Traversen-Schutzräume befanden, getrennt durch die Abgangsschächte zu den Flanken. Ein gepanzerter Beobachtungsstand wurde recht spät (Auftrag vom 27. Juli 1912) hinter dem Turm installiert. Das Fort bestrich das untere Sambre-Tal. Am 31. August 1914 verschüttete eine Granate 60 Männer im Pulvermagazin. Am selben Tag wurde sein Turm blockiert. Das Fort kapitulierte erst am 6. September darauf. Ende September 1914 sprengten die Deutschen die Kaponnieren und was vom Turm übrig war. Man beachte, dass ein weit verbreitetes Foto diesen Turm ohne Dach zeigt, mit einer seiner Blei/Zink-Mischungsdichtungen nach außen gedrückt. Das Fort wurde später durch die Errichtung eines Werks der Maginot-Linie umgestaltet. Wie beim Fort Sarts sind die Gräben sichtbar, aber das CORF-Werk ist geschlossen. Der gepanzerte Beobachtungsstand wurde in der Zwischenkriegszeit geborgen und im Block 3 des Maginot-Werks Gondran Est in Briançon wieder eingebaut, wo er immer noch gesehen werden kann. Unser Besuchsprogramm erlaubte es uns nicht, dorthin zu gelangen vor August 2008, und wir mussten feststellen, dass es im Sommer dorthin zu gehen nicht die beste Idee war, die wir hatten. Das Fort ist buchstäblich ertrunken in einem Meer aus Brennnesseln, Brombeeren, Disteln,… Wir konnten gerade noch einen Teil der Kehlescarpe erblicken, die uns erstaunlich hoch erschien (in der Größenordnung von zehn Metern). Zusätzlich wurden alle zehn Meter Verbotschilder "Militärgelände" aufgestellt. Sie zu ignorieren, wäre die schlimmste Unaufrichtigkeit. Andererseits, wenn es ein Denkmal zum Gedenken an die im Pulvermagazin verschütteten Soldaten gibt, haben wir es nicht gesehen.

Vesting van Maubeuge, oost-noord-oost van de stad, 1881-1883. 160 m hoogte. Genoemd fort Kilmaine. Onregelmatige vijfhoek, zijn keel was licht gebroken in een inspringende hoek niet ver van de saillant I. Deze inspringende hoek werd bezet door een dubbele caponnière aan wiens rechterkant de twaalf traveeën van de keelkazerne zich opstelden. De ingang van het fort scheidde de traveeën nrs. 3 en 4. De contrescarpe was in ontlastbogen en de escarpe was aangehecht. Twee vleugels (saillanten II en IV) en een dubbele caponnière (saillant III) hadden de bescherming van de rest van de grachten in handen. De ingangstunnel gepasseerd, kwam men uit in een wijde binnenplaats tegenover de negen traveeën van de troepenkazerne. De traveeën nrs. 4 en 5 werden gescheiden door de hoofdgalerij die een Mougin-koepel Mle 1876 en de dubbele caponnière zou bedienen. Aan weerszijden van de troepenkazerne, gaf een galerij evenwijdig aan de hoofdgalerij toegang tot een infanterie-bonnette. Deze twee bonnetten deelden de ruimte tussen de hoofdgalerij en de even saillanten. De troepenkazerne was overdekt met een artillerie-cavalier bestaande uit vijf schietplatformen en drie holle traversen. Het kruitmagazijn was gelegen links van de grote binnenplaats en diverse magazijnen bezetten de rechterkant van diezelfde binnenplaats. Via tunnelpassages bereikte men achter de even saillanten twee andere binnenplaatsen waar zich twee traversen-schuilplaatsen bevonden, gescheiden door de afdaalschachten naar de vleugels. Een gepantserd observatorium werd vrij laat (aanbesteding van 27 juli 1912) geïnstalleerd achter de koepel. Het fort bestreek de benedenloop van de Samber-vallei. Op 31 augustus 1914 begroef een obus 60 mannen in het kruitmagazijn. Dezelfde dag werd zijn koepel geblokkeerd. Het fort gaf zich pas over op 6 september daaropvolgend. Eind september 1914 lieten de Duitsers de caponnières en wat overbleef van de koepel springen. Merk op dat een veelverspreide foto deze koepel ontdaan van zijn dak toont, met een van zijn lood/zinc mengsel verbindingen naar buiten geduwd. Het fort werd later overhoop gehaald door de implantatie van een werk van de Maginotlinie. Zoals in het fort Sarts zijn de grachten zichtbaar, maar het CORF-werk is gesloten. Het gepantserd observatorium werd in het interbellum geborgen en herplaatst in blok 3 van het Maginot-werk Gondran Est te Briançon waar het nog steeds kan worden gezien. Ons bezoeksprogramma liet ons niet toe erheen te gaan voor augustus 2008 en we moesten vaststellen dat er in de zomer naartoe gaan niet het beste idee was dat we hebben gehad. Het fort is letterlijk verdronken onder een zee van brandnetels, braamstruiken, distels,… We hebben net nog een stuk van de keel-escarpe kunnen opmerken die ons verbazingwekkend hoog leek (in de orde van tien meter). Bovendien werden om de tien meter verbodsborden "Militair terrein" geplaatst. Beweren ze te negeren zou van de slechtste trouw getuigen. Anderzijds, als er een monument ter nagedachtenis van de in het kruitmagazijn begraven soldaten bestaat, hebben we het niet gezien.

Fortress of Maubeuge, east-north-east of the city, 1881-1883. 160 m alt. Named Kilmaine fort. Irregular pentagon, its gorge was slightly broken into a re-entrant angle not far from salient I. This re-entrant angle was occupied by a double caponier to the right of which aligned the twelve bays of the gorge barracks. The fort's entrance separated bays no. 3 and 4. The counterscarp was in relieving arches and the scarp was attached. Two wings (salients II and IV) and a double caponier (salient III) were in charge of protecting the rest of the ditches. Once through the entrance tunnel, one emerged into a vast courtyard facing the nine bays of the troops' barracks. Bays no. 4 and 5 were separated by the capital gallery which was to serve a Mougin turret Mle 1876 and the double caponier. On either side of the troops' barracks, a gallery parallel to the capital gave access to an infantry bonnette. These two bonnettes shared the space between the capital and the even salients. The troops' barracks was topped by an artillery cavalier comprising five firing platforms and three hollow traverses. The powder magazine was located to the left of the large courtyard and various stores occupied the right of this same courtyard. Through tunnel passages, one accessed behind the even salients to two other courtyards where there were two traverse-shelters separated by the descent shafts to the wings. An armored observatory was installed rather late (contract of July 27, 1912) behind the turret. The fort swept the downstream Sambre valley. On August 31, 1914, a shell buried 60 men in the powder magazine. The same day, its turret was jammed. The fort did not surrender until September 6 following. At the end of September 1914, the Germans blew up the caponiers and what remained of the turret. Note that a very widespread photo shows this turret with its top removed, with one of its lead/zinc mixture joints pushed outward. The fort was later disrupted by the establishment of a Maginot Line work. As at Sarts fort, the ditches are visible, but the CORF work is closed. The armored observatory was recovered in the Interwar period and replaced in block 3 of the Maginot work of Gondran Est in Briançon where it can still be seen. Our visiting schedule did not allow us to go there before August 2008 and we had to admit that going there in summer was not the best idea we had. The fort is literally drowned under a sea of nettles, brambles, thistles,… We barely managed to glimpse a section of the gorge scarp which seemed surprisingly high to us (on the order of ten meters). In addition, "Military Ground" prohibition signs were placed every ten meters. Claiming to ignore them would be the worst bad faith. On the other hand, if there is a monument in memory of the soldiers buried in the powder magazine, we did not see it.

Pevnost Maubeuge, východ-severovýchodně od města, 1881-1883. 160 m n. m. Nazýván fort Kilmaine. Nepravidelný pětiúhelník, jeho šíje byla lehce zalomena do vtaženého úhlu nedaleko výběžku I. Tento vtažený úhel byl obsazen dvojitou kaponiérou, napravo od které se seřadilo dvanáct polí šíjové kasárny. Vchod fortu odděloval pole č. 3 a 4. Kontreskarpa byla v odlehčovacích obloucích a eskarpa byla připevněna. Dvě křídla (výběžky II a IV) a dvojitá kaponiéra (výběžek III) měly na starosti ochranu zbytku příkopů. Po překonání vchodového tunelu se vycházelo do rozlehlého dvora naproti devíti polí kasáren vojska. Pole č. 4 a 5 byla oddělena hlavní chodbou, která měla obsluhovat Mouginovu věž Mle 1876 a dvojitou kaponiéru. Po obou stranách kasáren vojska poskytovala chodba rovnoběžná s hlavní přístup k pěchotní bonetě. Tyto dvě bonety si rozdělovaly prostor mezi hlavní chodbou a sudými výběžky. Kasárna vojska byla zakončena dělostřeleckým kavalírem zahrnujícím pět střeleckých plošin a tři duté traverzy. Prachárna se nacházela vlevo od velkého dvora a různé sklady zaujímaly pravou stranu téhož dvora. Tunelovými průchody se přistupovalo za sudé výběžky ke dvěma dalším dvorům, kde se nacházely dva traverzové úkryty oddělené sestupnými šachtami ke křídlům. Pancéřovaná pozorovatelna byla poměrně pozdě (zakázka ze 27. července 1912) instalována za věží. Fort postřeloval dolní tok údolí Sambry. Dne 31. srpna 1914 pohřbil granát 60 mužů v prachárně. Téhož dne byla jeho věž zablokována. Fort se vzdal až 6. září následujícího. Koncem září 1914 Němci nechali vyhodit do povětří kaponiéry a to, co zbylo z věže. Všimněme si, že velmi rozšířená fotografie ukazuje tuto věž sejmutou s jedním z jejích spojů ze směsi olova/zinku vytlačeným ven. Fort byl později přeměněn zřízením díla Maginotovy linie. Jako u fortu Sarts jsou příkopy viditelné, ale CORF dílo je uzavřeno. Pancéřovaná pozorovatelna byla získána v meziválečném období a znovu umístěna v bloku 3 Maginotova díla Gondran Est v Briançon, kde ji lze stále vidět. Náš návštěvní program nám neumožnil se tam dostat před srpnem 2008 a museli jsme konstatovat, že jet tam v létě nebyl nejlepší nápad, který jsme měli. Fort je doslova utopen pod mořem kopřiv, ostružin, bodláků,… Stěží jsme tam mohli zahlédnout část šíjové eskapy, která se nám zdála překvapivě vysoká (řádově deset metrů). Navíc byly každých deset metrů umístěny zákazové tabule "Vojenský prostor". Tvrdit, že je ignorujeme, by bylo té nejhorší víry. Na druhou stranu, pokud existuje památník na památku vojáků pohřbených v prachárně, neviděli jsme ho.